Jelmer van der Graaff

  • Jelmer, gefeliciteerd met het behalen van je bachelor. Kun je iets vertellen over je onderzoek?

Jazeker. Het onderzoek dat ik heb uitgevoerd had betrekking tot de verandering in de eigenschappen van de straalstroom. De bekende hypothese is dat klimaatverandering – waarbij de Noordpool sneller opwarmt dan de tropen – tot een zwakkere straalstroom leidt door kleinere temperatuurverschillen op het noordelijk halfrond. Met behulp van re-analyse data heb ik onderzocht wat voor veranderingen zijn opgetreden in de kracht, positie en meandering van de straalstroom tussen 1940 en 2020. In tegenstelling tot de hypothese dat klimaatverandering zou leiden tot een gemiddelde afname van de kracht van de straalstroom, vond ik voor alle seizoenen juist een toename in de gemiddelde kracht van de straalstroom op het noordelijk halfrond. Een mogelijke verklaring voor de toegenomen kracht van de straalstroom zou kunnen zijn dat op grote(re) hoogte – in tegenstelling tot aan het oppervlak – de temperatuurverschillen tussen de Noordpool en de tropen juist toe lijken te nemen als gevolg van klimaatverandering. Daarbij is de gemiddelde meandering van de straalstroom in de lente, zomer en herfst duidelijk toegenomen. Voor de (meteorologische) winter is dat echter niet het geval. Met betrekking tot de positie (in noord-zuid richting) waren de trends meestal niet-significant.

  • Aha, in de winter zien we geen toename van de meandering. Weet je daarvan de oorzaak en wat kunnen we verwachten in de toekomst?

Een specifieke oorzaak voor het ontbreken van een trend in meandering in de winter heb ik (nog) niet, ook omdat ik in mijn onderzoek vooral een tijdreeks-analyse heb uitgevoerd in plaats van een trend in relatie tot klimaatverandering. Voor de toekomst verwacht ik – helaas – wel dat de gevonden verschillen tussen de winter (geen toename in de meandering) en de zomer (sterke toename in meandering) zullen blijven bestaan of zelfs groter zullen worden. Dit is ook wat vrijwel alle klimaatmodellen- en scenario’s verwachten; de winter wordt gemiddeld steeds natter met meer westenwinden terwijl we in de zomers vaker geblokkeerde weerpatronen kunnen verwachten. 

  • Je presentatie gaat over AI en weersverwachting. O.a. UKMO zet AI ook in voor onderzoek naar klimaatverandering Counting on technology in a changing world | Official blog of the Met Office news team. Kun je daar iets over vertellen?

Hoewel de precieze inzet van AI (kunstmatige intelligentie) bij UK MetOffice mij niet bekend is, geven ze wel aan volop bezig te zijn met de ontwikkelingen op het gebied van AI. Waar we nu zien dat kunstmatige intelligentie heel nuttig kan zijn voor het maken van weersverwachtingen, heb ik zelf nog wel iets meer twijfels over de mogelijkheden van AI binnen onderzoek naar klimaatverandering. En dan vooral als het gaat om klimaatmodellen en -scenario’s. Kunstmatige intelligentie is volledig afhankelijk van de data waarmee het model wordt getraind. Waar voor weersverwachtingen relatief hoge resolutie en nauwkeurige data beschikbaar is over de afgelopen decennia, speelt klimaatverandering zich natuurlijk af op veel langere tijdschalen. De CO2-concentraties zijn inmiddels gestegen naar waarden die we in de afgelopen honderdduizenden jaren niet hebben gezien. Daarmee is het gebrek aan nauwkeurige en consistente trainingsdata in het verre verleden denk ik een serieuze uitdaging als het gaat om het gebruik van AI voor het genereren van klimaatmodellen en -scenario’s. Voor andere doeleinden binnen klimaatonderzoek – denk aan het automatiseren van processen – kan kunstmatige intelligentie wel heel waardevol zijn.

  • Wat is jouw mooiste moment in winter 2023?

Dat is nog best een lastige. Op 17 januari ben ik een dagje naar de Ardennen geweest – uiteraard met trein & bus – nadat er een dag eerder een flink pak sneeuw was gevallen. Het was geweldig om te wandelen en van de verse sneeuw én winterzon te genieten, maar het mooiste moment was voor mij toch aan het begin van de winter. De decembermaand was in Rotterdam met afstand de koudste die ik bewust heb meegemaakt, met 7 keer matige vorst en een ijsdag. Ondanks de extreem warme herfst die eraan vooraf was gegaan groeide het ijs op ondiepe wateren snel aan en na drie nachten matige vorst – op 14 december – was het ijs nét dik genoeg om er heel voorzichtig op te schaatsen. Om het mooie ijs niet te verpesten ben ik er toen wel weer vrij snel af gegaan. De dagen daarna werd het ijs steeds betrouwbaarder en op zaterdag heb ik toen meer dan 30 kilometer geschaatst op de kleine, ondiepe plas. En dan ook nog eens grotendeels in het zonnetje.  

  • Welke winterweer vind je het mooist?

Uiteraard de combinatie van een mooie vorstperiode voorafgegaan door sneeuwval, een beetje à la februari 2021 dus. Een besneeuwd winterlandschap onder het genot van een winterzonnetje is wat mij betreft lastig te overtreffen. Als ik echt moest kiezen tussen sneeuw of vorst, denk ik dat ik toch voor vorst ga. Vooral omdat een vorstperiode voor mij een veel langduriger wintergevoel geeft dan een dagje sneeuw. Als de sneeuw er eenmaal ligt wen ik daar al wel vrij snel aan, terwijl het ijs tijdens een vorstperiode steeds dikker wordt. Eerst begint het allemaal met schaatsen op wat ondiepe wateren om vervolgens – hopelijk ooit nog eens – te resulteren in een Elfstedentocht.  

  • Wat heb je liever? Een Elfstedentocht of een winter als 1979?

Goh, dat is eigenlijk wel een lastige. Hoewel het legendarisch zou zijn om ooit nog eens een Elfstedentocht mee te maken, gaat mijn voorkeur denk ik toch uit naar een winter à la 1979. Sinds ik echt bewust met het weer bezig ben heb ik alleen nog maar winters met één koude(re) periode meegemaakt, zoals in februari 2018 en februari 2021. Ik zou heel graag nog eens een winter meemaken waarin het tot meerdere winterprikken komt en waarbij de weggesmolten sneeuw de volgende dag alweer wordt aangevuld door een nieuwe sneeuwzone. De winter van 1979 is daar natuurlijk een perfect voorbeeld van, maar ook een winter zoals die van 2009 – 2010 zou voor mij al geweldig zijn.