
-Kun je ons vertellen over het ontstaan van de Wintermeeting
Het idee voor een wintermeeting werd geboren in november 2014, in een onderonsje na afloop van de ALV (VWK) tussen Sebastiaan en mij. We bespraken het komende winterseizoen, in het bijzonder de verwachtingen volgens de inzichten van de Amerikaanse meteoroloog Judah Cohen. Al pratende kwam de suggestie om dit samenzijn jaarlijks te organiseren, zodat ook andere winterliefhebbers voorafgaand aan de winter hun mening konden geven over de afgelopen winter(s) en de verwachtingen voor het komende seizoen konden bespreken. Helaas, wegens persoonlijke omstandigheden belandde het idee in de ijskast. Hoewel: een jaar later (2015) bracht Sebastiaan nog wel een groepje enthousiastelingen bij elkaar bij de tentoonstelling ‘Echte Winters’, schilderijen van wintertaferelen door negentiende eeuwse meesters. Bij het jubileum van de VWK, oktober 2019, spraken Sebastiaan en ik elkaar voor het eerst weer en haalde ik het oude idee van stal. Daarna ging het snel. Reinout van den Born bood zijn locatie in Wageningen aan en met op de kop af dertig enthousiastelingen was de zaal helemaal bezet. Na twee coronajaren, waarin de wintermeeting een online event werd, vanuit de studio van Gerhard in Apeldoorn, hopen we de wintermeeting nu voor het eerst sinds 2019 in een zaal met publiek te organiseren. Sinds 2020 presenteert Frank de Groot de meeting en verzorgt Gerhard de techniek. Met zijn vieren vormen we het wintermeetingteam.
-Je houdt van zwemmen in de natuur, zelfs in de winter. Hoe ben je daarbij gekomen? En hoe is dat?
Overgenomen van Jan van der Horst, eerder ook lid van VWK. Dat was begin tachtiger jaren. Na een lange onderbreking heb ik de draad in 2011 weer opgepakt, samen met mijn twee zonen. Het is de uitdaging, elke keer uit de comfortzone te gaan door het steenkoude water in te lopen. Verder natuurlijk supergezond, mits met mate en overleg. Het geeft een kick om de kou te weerstaan en als overwinnaar het water weer uit te stappen. Afdrogen en een kop warme chocomel en een versnapering na afloop, heerlijk.
-Je doet onderzoek naar en publiceert over sneeuw in het verleden. Wat trekt je daarin zo aan?
Het stamt van de zeventiger jaren, toen Jan van der Horst en Joop Piekema onderzoek deden naar de historie van de sneeuwbedekking in Nederland. Daar is het werk gestokt en toen ik mij ging richten op typering van winters inclusief de sneeuwbijdrage, drong zich opnieuw die vraag op naar de sneeuwhistorie. Sneeuw transformeert het landschap en maakt de winter licht en zet de nachtelijke afkoeling op scherp. Een winter zonder sneeuw is als een zomer zonder onweer.
-Hoe voer je dit onderzoek uit?
Voor het onderzoek maak ik gebruik van historische bronnen zoals dagboeken en krantenartikelen. Verder kun je het sneeuwdek reconstrueren aan de hand van de meetgegevens van het KNMI, in de eerste plaats de temperatuur en de neerslag, maar ook de relatieve vochtigheid en de wind. Zonneschijn en bedekkingsgraad zijn relevant bij het bepalen van de smelt. De fundamenten voor de natuurkunde van sneeuwval, smelt en klink zijn gelegd in een studie over de sneeuwbedekking in Huis Doorn, 1923-1941. Die is terug te vinden op de website van het VWK.
-Wanneer is een winter echt geslaagd?
De winter is pas echt geslaagd bij een koudegolf en/of een dik pak sneeuw dat minstens een week standhoudt. 2021 ging nog net door de beugel omdat er ook een sneeuwstorm woedde. In 2013 kwam de kou eigenlijk te laat. 2010 duurde wel lang maar miste venijn.